Vogels in de tuin
Onze tuinen, hoe klein ook, zijn levensbelangrijk voor vogels. Het gefladder rond je huis levert bovendien leuke tafereeltjes op. Wist je trouwens dat onze gevleugelde vrienden bijzonder nuttig zijn voor de natuur?
Hieronder geven we 10 tips om van je tuin een waar vogelparadijs te maken.
Hieronder geven we 10 tips om van je tuin een waar vogelparadijs te maken.
10 tips voor een vogelvriendelijke tuin

1. Behaag je tuin
Inheemse struiken maken elke tuin aantrekkelijker voor vogels én andere dieren. Ze bieden nest- en schuilplaatsen om zich te beschermen tegen vijanden. In het voorjaar trekken hun bloesems insecten aan, precies in de periode dat jonge vogels nood hebben aan eiwitrijk voedsel. Van de nazomer tot diep in de winter dragen heel wat struiken eetbare vruchten. De vogels smullen vooral suikerhoudende bessen en nootjes om de vetreserves aan te vullen vooraleer de winter er aan komt.
Taxus plaats je beter niet in je tuin. De bladeren zijn giftig ook de zaden binnenin de felrode bessen zijn buitengewoon giftig. De rode zaadmantel is echter eetbaar en zoet.
Inheemse struiken maken elke tuin aantrekkelijker voor vogels én andere dieren. Ze bieden nest- en schuilplaatsen om zich te beschermen tegen vijanden. In het voorjaar trekken hun bloesems insecten aan, precies in de periode dat jonge vogels nood hebben aan eiwitrijk voedsel. Van de nazomer tot diep in de winter dragen heel wat struiken eetbare vruchten. De vogels smullen vooral suikerhoudende bessen en nootjes om de vetreserves aan te vullen vooraleer de winter er aan komt.
Taxus plaats je beter niet in je tuin. De bladeren zijn giftig ook de zaden binnenin de felrode bessen zijn buitengewoon giftig. De rode zaadmantel is echter eetbaar en zoet.
2. Kruid je tuin
Alle vogels, ook de zaadeters, eten tijdens de lente en de zomer massa's diertjes: insecten, spinnen, slakjes, wormen, ...
Een koppel mezen met jongen zoekt elke dag een paar honderd rupsen bijeen. De jonge vogels hebben nood aan eiwitrijk voedsel om gezond groot te worden. Insecten zijn op hun beurt afhankelijk van allerlei inheemse bloemen en planten. Daarom zijn streekeigen, bloeiende planten zo belangrijk in je tuin. Wilde hoekjes in de tuin worden in geen tijd een paradijs voor insecten en vlinders.
Soorten kruiden die in een vogelvriendelijke tuin horen zijn onder andere Kaardenbol (Dipsacus fullonum), Koninginnenkruid, Boerenwormkruid. Daarnaast zijn Zonnebloem, vergeet-me-nietje, viooltje, korenbloem en paardenbloem ideale zaadplanten. Sedum, verbena, kogeldistel, lavendel en munt trekken dan weer vele insecten aan.
Iedereen houdt van mooie vlinders, maar vaak wordt vergeten dat die vlinders ooit rupsen waren. Heel wat rupsen van mooie vlinders verkiezen brandnetel als voedselplant. In grote tuinen verdient deze plant dan ook een eigen hoekje. Brandnetels groeien liefst op voedselrijke, wat vochtige gronden.
Alle vogels, ook de zaadeters, eten tijdens de lente en de zomer massa's diertjes: insecten, spinnen, slakjes, wormen, ...
Een koppel mezen met jongen zoekt elke dag een paar honderd rupsen bijeen. De jonge vogels hebben nood aan eiwitrijk voedsel om gezond groot te worden. Insecten zijn op hun beurt afhankelijk van allerlei inheemse bloemen en planten. Daarom zijn streekeigen, bloeiende planten zo belangrijk in je tuin. Wilde hoekjes in de tuin worden in geen tijd een paradijs voor insecten en vlinders.
Soorten kruiden die in een vogelvriendelijke tuin horen zijn onder andere Kaardenbol (Dipsacus fullonum), Koninginnenkruid, Boerenwormkruid. Daarnaast zijn Zonnebloem, vergeet-me-nietje, viooltje, korenbloem en paardenbloem ideale zaadplanten. Sedum, verbena, kogeldistel, lavendel en munt trekken dan weer vele insecten aan.
Iedereen houdt van mooie vlinders, maar vaak wordt vergeten dat die vlinders ooit rupsen waren. Heel wat rupsen van mooie vlinders verkiezen brandnetel als voedselplant. In grote tuinen verdient deze plant dan ook een eigen hoekje. Brandnetels groeien liefst op voedselrijke, wat vochtige gronden.
3. Zorg voor een veilig huis
In mei legt elke vogel zijn ei. Veel vogels zoeken al vanaf het vroege voorjaar naar geschikte en veilige broedplaatsen. Het broedseizoen duurt tot de nazomer. Heel wat vogels bouwen een ‘openluchtnest’ in de beschutting van struwelen en doornige hagen. Enkele grotere soorten bouwen zelfs open en bloot in een hoge boomvork, zoals de grote lijster, de wielewaal of bosduiven. Slechts een klein aantal is in staat om een eigen veilige nestholte te hakken in boomstammen (vb. specht en sommige mezensoorten). Soorten die van nature in holen broeden, kunnen we helpen met kunstmatige nestholtes. Kool- en pimpelmezen zijn in bijna elke tuin te vinden. Een koolmees die in een nestkastje vliegt, betekent voor kinderen vaak het eerste contact met de natuur.
In mei legt elke vogel zijn ei. Veel vogels zoeken al vanaf het vroege voorjaar naar geschikte en veilige broedplaatsen. Het broedseizoen duurt tot de nazomer. Heel wat vogels bouwen een ‘openluchtnest’ in de beschutting van struwelen en doornige hagen. Enkele grotere soorten bouwen zelfs open en bloot in een hoge boomvork, zoals de grote lijster, de wielewaal of bosduiven. Slechts een klein aantal is in staat om een eigen veilige nestholte te hakken in boomstammen (vb. specht en sommige mezensoorten). Soorten die van nature in holen broeden, kunnen we helpen met kunstmatige nestholtes. Kool- en pimpelmezen zijn in bijna elke tuin te vinden. Een koolmees die in een nestkastje vliegt, betekent voor kinderen vaak het eerste contact met de natuur.
Richt de opening van de nestkast noordoost, zo vermijd je de inslag van regen én fel zonlicht.
Je hangt de kasten best ten laatste tegen eind februari uit. Zo kunnen geïnteresseerde vogels er al aan wennen.
Zorg dat katten er niet zomaar bij raken. Hang het nestkastje bijvoorbeeld in een meidoorn of dicht bij een doornstruik.
Bevestig de nestkast stevig genoeg om tegen weer en wind bestand te zijn. Klop nooit spijkers in een levende boom. Span de kast met stevige elastieken, een oude fietsbinnenband, doorgesneden autobinnenband of rolluikriemen rond de boomstam of tak. Wie niet in een holte broedt, zoekt de veiligheid van hoge bomen, dichte en doornige struiken of struwelen. De vogelvriendelijke tuinmens is dus gewaarschuwd. Meidoorn, sleedoorn, hondsroos en egelantier, bramen, taxus, hulst.
Je hangt de kasten best ten laatste tegen eind februari uit. Zo kunnen geïnteresseerde vogels er al aan wennen.
Zorg dat katten er niet zomaar bij raken. Hang het nestkastje bijvoorbeeld in een meidoorn of dicht bij een doornstruik.
Bevestig de nestkast stevig genoeg om tegen weer en wind bestand te zijn. Klop nooit spijkers in een levende boom. Span de kast met stevige elastieken, een oude fietsbinnenband, doorgesneden autobinnenband of rolluikriemen rond de boomstam of tak. Wie niet in een holte broedt, zoekt de veiligheid van hoge bomen, dichte en doornige struiken of struwelen. De vogelvriendelijke tuinmens is dus gewaarschuwd. Meidoorn, sleedoorn, hondsroos en egelantier, bramen, taxus, hulst.

4. Voeder de vogels in de winter
Vogels hebben een lichaamstemperatuur van zo’n 40 graden. Het kost ze veel energie om tijdens de winter hun lichaams-temperatuur op peil te houden. Daardoor raken hun vetreserves sneller uitgeput. Kleine vogels, zoals winterkoninkjes, verliezen gedurende een koude nacht wel 10 % van hun lichaamsgewicht.
In periodes van grote kou, ijsvorming of hevige sneeuwval wordt een groot deel van het voedsel onbereikbaar. Veel vogels raken daardoor in acuut gevaar. Bovendien zijn de winterdagen kort. Er is dus weinig tijd om het voedsel bijeen te zoeken. De huidige landbouwmethodes laten ook weinig kruimels over voor de vogels.
Zelfs in ons kleine landje hangt het ogenblik om met voederen te beginnen af van plaatselijke omstandigheden. Als algemene regel geldt dat je kan beginnen voederen vanaf november. Je stopt met voederen wanneer het ('s nachts) niet meer vriest. Meestal is dit tegen eind maart. Het is wenselijk het voederen geleidelijk af te bouwen. Zo leren de oudervogels weer op zoek te gaan naar aangepast voedsel voor henzelf en hun jongen.
Vogels hebben een lichaamstemperatuur van zo’n 40 graden. Het kost ze veel energie om tijdens de winter hun lichaams-temperatuur op peil te houden. Daardoor raken hun vetreserves sneller uitgeput. Kleine vogels, zoals winterkoninkjes, verliezen gedurende een koude nacht wel 10 % van hun lichaamsgewicht.
In periodes van grote kou, ijsvorming of hevige sneeuwval wordt een groot deel van het voedsel onbereikbaar. Veel vogels raken daardoor in acuut gevaar. Bovendien zijn de winterdagen kort. Er is dus weinig tijd om het voedsel bijeen te zoeken. De huidige landbouwmethodes laten ook weinig kruimels over voor de vogels.
Zelfs in ons kleine landje hangt het ogenblik om met voederen te beginnen af van plaatselijke omstandigheden. Als algemene regel geldt dat je kan beginnen voederen vanaf november. Je stopt met voederen wanneer het ('s nachts) niet meer vriest. Meestal is dit tegen eind maart. Het is wenselijk het voederen geleidelijk af te bouwen. Zo leren de oudervogels weer op zoek te gaan naar aangepast voedsel voor henzelf en hun jongen.

5. Wie eet wat? Het juiste voer voor ...
• Merel, kramsvogel, koperwiek, zanglijster, spreeuw:
Brood, geweekte rozijnen, kaasrestjes zonder korst, fruit, bessen, gekookte rijst, gekookte aardappelen zonder zout. Deze vogels voeder je best op een beschutte strooiplaats op de grond.
• Koolmees, pimpelmees, staartmees:
Vetbollen, ongebrande en ongezouten pinda’s, hazel- en okkernoten, vogelzaad, zonnepitten, kokosnoot. Voederen op de voedertafel of ophangen in bomen buiten het bereik van katten.
• Grote bonte specht:
Spekzwoerd, ongezouten pinda’s en noten, vetbollen, zon¬nebloempitten, kaas zonder korst. Bevestig dit op een rustige plek aan dikke takken of boomstammen.
• Huismus, ringmus, vink, keep, sijs, groenling:
Bruin brood, allerlei zaden, zonnebloempitten, etensresten zonder zout (!). Op de grond of op de voedertafel uitstrooien.
• Winterkoninkje, heggenmus, roodborstje:
Universeel vogelvoer, broodkruimels, maden en meelwormen, ongekookte havermout. Deze soorten komen niet graag op de voedertafel. Zet het voer in schaaltjes onder heggen of struiken.
• Merel, kramsvogel, koperwiek, zanglijster, spreeuw:
Brood, geweekte rozijnen, kaasrestjes zonder korst, fruit, bessen, gekookte rijst, gekookte aardappelen zonder zout. Deze vogels voeder je best op een beschutte strooiplaats op de grond.
• Koolmees, pimpelmees, staartmees:
Vetbollen, ongebrande en ongezouten pinda’s, hazel- en okkernoten, vogelzaad, zonnepitten, kokosnoot. Voederen op de voedertafel of ophangen in bomen buiten het bereik van katten.
• Grote bonte specht:
Spekzwoerd, ongezouten pinda’s en noten, vetbollen, zon¬nebloempitten, kaas zonder korst. Bevestig dit op een rustige plek aan dikke takken of boomstammen.
• Huismus, ringmus, vink, keep, sijs, groenling:
Bruin brood, allerlei zaden, zonnebloempitten, etensresten zonder zout (!). Op de grond of op de voedertafel uitstrooien.
• Winterkoninkje, heggenmus, roodborstje:
Universeel vogelvoer, broodkruimels, maden en meelwormen, ongekookte havermout. Deze soorten komen niet graag op de voedertafel. Zet het voer in schaaltjes onder heggen of struiken.

6. Zorg voor een drink- en badplaats in je tuin.
Kijk naar een badende mus of merel: de vogel zet al zijn veren rechtop, klappert met de vleugels, de spetters vliegen in het rond. Een echte plensbui. Af en toe stopt het spetterfeest, de vogel kijkt aandachtig of er geen gevaar dreigt. En dan gaat het weer verder. Tot slot gaat hij zich wat opzij zetten om zich droog te schudden en de veren glad te strijken.
Vogels gaan graag in bad, zo houden ze hun kostbare veren in conditie. Het biedt ze ook verkoeling tijdens hete zomerdagen. Een vogelbad is een topattractie in je tuin! De ondiepe rand van de vijver doet perfect dienst als vogelbad of drinkplaats.
Vogels houden graag overzicht tijdens hun bad, gevaarlijke rovers schuilen vaak in een klein hoekje.
Het beste vogelbad of drinkplaats is een ondiepe schaal op een open, overzichtelijke plek in de tuin. In tuincentra zijn diverse modellen beschikbaar, dus voor elk wat wils. Zorg er wel voor dat je schaal steeds gevuld is met vers water. Af en toe zal wel een onderhoudsbeurt noodzakelijk zijn.
Bij streng vriesweer wordt vloeibaar water voor alle vogels een serieus probleem. Je kan ‘s morgens wat warm water voorzien. Door eventueel wat suiker toe te voegen, bevriest het niet zo gemakkelijk. Nooit zout toevoegen! Handige Harry's kunnen enkele theekaarsjes onder een metalen waterschaal plaatsen en zo de hele dag drinkwater aanbieden.
Wanneer er verse sneeuw of poedersneeuw valt is het drankprobleem opgelost: vogels pikken sneeuw op om te drinken. Maar dan wordt het wel véél moeilijker om aan voedsel te geraken ...
Kijk naar een badende mus of merel: de vogel zet al zijn veren rechtop, klappert met de vleugels, de spetters vliegen in het rond. Een echte plensbui. Af en toe stopt het spetterfeest, de vogel kijkt aandachtig of er geen gevaar dreigt. En dan gaat het weer verder. Tot slot gaat hij zich wat opzij zetten om zich droog te schudden en de veren glad te strijken.
Vogels gaan graag in bad, zo houden ze hun kostbare veren in conditie. Het biedt ze ook verkoeling tijdens hete zomerdagen. Een vogelbad is een topattractie in je tuin! De ondiepe rand van de vijver doet perfect dienst als vogelbad of drinkplaats.
Vogels houden graag overzicht tijdens hun bad, gevaarlijke rovers schuilen vaak in een klein hoekje.
Het beste vogelbad of drinkplaats is een ondiepe schaal op een open, overzichtelijke plek in de tuin. In tuincentra zijn diverse modellen beschikbaar, dus voor elk wat wils. Zorg er wel voor dat je schaal steeds gevuld is met vers water. Af en toe zal wel een onderhoudsbeurt noodzakelijk zijn.
Bij streng vriesweer wordt vloeibaar water voor alle vogels een serieus probleem. Je kan ‘s morgens wat warm water voorzien. Door eventueel wat suiker toe te voegen, bevriest het niet zo gemakkelijk. Nooit zout toevoegen! Handige Harry's kunnen enkele theekaarsjes onder een metalen waterschaal plaatsen en zo de hele dag drinkwater aanbieden.
Wanneer er verse sneeuw of poedersneeuw valt is het drankprobleem opgelost: vogels pikken sneeuw op om te drinken. Maar dan wordt het wel véél moeilijker om aan voedsel te geraken ...

7. Gif in de tuin is uit den boze!
Slakken zijn planten- en afvaleters. Nogal wat tuinvrienden hebben er een hekel aan. Vooral aan naaktslakken, omdat die zich aan groenten of sierplanten vergrijpen. Gelukkig zijn lijsters en merels er wél verzot op: slakken zijn vaak hun grootste voedselbron. Chemische middeltjes zoals slakkendodende korrels om de slakken te verdelgen betekenen voor die vogels dan ook de dood. Gebruik ze dus nooit! Bovendien zijn slakken echt wel nuttig als afvaleters.
Slakken komen vooral ’s nachts bij nat weer massaal te voorschijn. Je kunt ze eenvoudig wegvangen door enkele omgekeerde bloempotten met vochtig stro erin in de tuin te plaatsen. Draai de bloempot overdag om en de lijsters vinden de slakken. Lijsters slaan slakkenhuisjes stuk op een bepaalde steen of hard oppervlak. Zo vind je de kapotte huisjes vaak bij elkaar op dezelfde plaats: de lijstersmidse.
Slakken zijn planten- en afvaleters. Nogal wat tuinvrienden hebben er een hekel aan. Vooral aan naaktslakken, omdat die zich aan groenten of sierplanten vergrijpen. Gelukkig zijn lijsters en merels er wél verzot op: slakken zijn vaak hun grootste voedselbron. Chemische middeltjes zoals slakkendodende korrels om de slakken te verdelgen betekenen voor die vogels dan ook de dood. Gebruik ze dus nooit! Bovendien zijn slakken echt wel nuttig als afvaleters.
Slakken komen vooral ’s nachts bij nat weer massaal te voorschijn. Je kunt ze eenvoudig wegvangen door enkele omgekeerde bloempotten met vochtig stro erin in de tuin te plaatsen. Draai de bloempot overdag om en de lijsters vinden de slakken. Lijsters slaan slakkenhuisjes stuk op een bepaalde steen of hard oppervlak. Zo vind je de kapotte huisjes vaak bij elkaar op dezelfde plaats: de lijstersmidse.
8. Gezond voederen
• Voeder nooit voedsel waar zout aan toegevoegd werd (vb. gezouten spek). In kaas en brood zit er al meer dan genoeg!!
• Voedsel dat gemakkelijk bevriest (vb. appel, kokosnoot) voer je niet in kleine stukjes maar als geheel.
• Voeder keukenrestjes met mate. Een overschot aan aardappelen, brood, rijst, pasta, enz. kunnen ongewenste gasten (ratten, muizen) aantrekken!
• Vermijd plantaardige vetten of margarine. Vogels krijgen er diarree van.
• Voeder nooit voedsel waar zout aan toegevoegd werd (vb. gezouten spek). In kaas en brood zit er al meer dan genoeg!!
• Voedsel dat gemakkelijk bevriest (vb. appel, kokosnoot) voer je niet in kleine stukjes maar als geheel.
• Voeder keukenrestjes met mate. Een overschot aan aardappelen, brood, rijst, pasta, enz. kunnen ongewenste gasten (ratten, muizen) aantrekken!
• Vermijd plantaardige vetten of margarine. Vogels krijgen er diarree van.
9. Bind je kat de bel aan!
Onze lieve huiskat vormt het grootste gevaar voor de vogels in de tuin. Een eenvoudig, stevig belletje aan de halsband van je huiskat waarschuwt de vogels als de kat in aantocht is. De kat zal het belletje en bijhorend halsbandje dan wel misschien niet leuk vinden, maar ze verdraagt het - na een tijdje - goed. Zorg wel voor een elastisch bandje, zodat de poes zich vlot kan bevrijden als het bandje ergens aan vast raakt.
De enige waterdichte manier om te voorkomen dat de kat vogels pakt, is ze binnen te houden. Zeker tijdens de schemering, wanneer vogels het kwetsbaarst zijn. Ook in het broedseizoen of tijdens het voederen in de winter hou je de huiskat beter binnen.
Onze lieve huiskat vormt het grootste gevaar voor de vogels in de tuin. Een eenvoudig, stevig belletje aan de halsband van je huiskat waarschuwt de vogels als de kat in aantocht is. De kat zal het belletje en bijhorend halsbandje dan wel misschien niet leuk vinden, maar ze verdraagt het - na een tijdje - goed. Zorg wel voor een elastisch bandje, zodat de poes zich vlot kan bevrijden als het bandje ergens aan vast raakt.
De enige waterdichte manier om te voorkomen dat de kat vogels pakt, is ze binnen te houden. Zeker tijdens de schemering, wanneer vogels het kwetsbaarst zijn. Ook in het broedseizoen of tijdens het voederen in de winter hou je de huiskat beter binnen.

10. Leg een stofbad aan
Vogels nemen graag een stofbad om de parasieten en overtollig oud verenvet van hun veren te halen.
Ze maken een kuiltje in de grond en verspreiden zand en stof over hun verenkleed. Daarna schudden ze zich uit. Hiermee ontdoen ze zich van ectoparasieten. Het fijne zand doet de poriën van de ectoparasieten verstoppen waardoor ze sterven.
Een zonnige plaats van een halve vierkante meter met aarde of zand voldoet uitstekend.
Vogels nemen graag een stofbad om de parasieten en overtollig oud verenvet van hun veren te halen.
Ze maken een kuiltje in de grond en verspreiden zand en stof over hun verenkleed. Daarna schudden ze zich uit. Hiermee ontdoen ze zich van ectoparasieten. Het fijne zand doet de poriën van de ectoparasieten verstoppen waardoor ze sterven.
Een zonnige plaats van een halve vierkante meter met aarde of zand voldoet uitstekend.
Bron: Vogels in elke tuin welkom De Bron vzw, voor Natuur & Milieu van IJzer tot Leie
Iepersteenweg 56, 8600 Woumen
Tel.: 051 54 52 44, info@debron.be, www.debron.be
Iepersteenweg 56, 8600 Woumen
Tel.: 051 54 52 44, info@debron.be, www.debron.be