Bouw een wilgenconstructie

Kinderen zijn gek op speelhutjes! Een wilgentunnel of -hut biedt natuurlijke verstopplaatsen, plekjes om tot rust te komen en een hoop fantasie om te spel op te leuken. Ontdek hier stap voor stap hoe je zelf een constructie uit wilgen bouwt.



Delen

De voorbereiding

Waar en wanneer? 

Voor je eraan begint, is het belangrijk om het juiste moment uit te kiezen. Vanaf begin november tot half maart kan je wilgenbouwsels maken. Het gehakte hout is dan voldoende taai en buigzaam.

Denk ook zeker na over een goede plek om de wilgenhut of -tunnel te plaatsen. Wilgen groeien graag op natte en zonnige plaatsen. Onder bomen of in de schaduw zal dit dus niet goed lukken.

Verzamel materiaal

Voorzie voldoende materiaal voor je begint:
•    Een grondboor
•    Een staaf om de diameter van de hut uit te zetten
•    Bindtouw (jute)
•    Snoeischaren
•    Een hoop wilgentenen. Gebruik niet eender welke wilgensoort. Kies voor de buigzame soort katwilg (Salix viminalis). Deze soort is het meest geschikt, maar in sommige gevallen zijn schietwilg (Salix alba) of kraakwilg (Salix fragilis) ook bruikbaar.

© West-Vlaamse Hart

Een wilgenhut bouw je zo

Plantgaten boren

Voorzie een even aantal plantgaten in de grond. Plaats deze zodanig dat ze een cirkel vormen.

Takken plaatsen

Plaats de wilgentakken in de plantgaten en buig ze naar het plantgat er recht tegenover. Maak ze goed vast aan elkaar met touw, op de plaatsen waar ze elkaar kruisen. Maak je een echte grote wilgenhut? Voorzie dan telkens 2 wilgentakken per plantgat voor extra stevigheid! 

Werk systematisch

Denk na waar je de ingang wil maken. Hier start je met het weven. Werk systematisch in tegen wijzerszin. Je vertrekt dus daar waar je de ingang wil, en start naar rechts

Knooppunten verbinden

Per plantgat heb je al wilgentakken die naar het plantgat er recht tegenover gaan. Plaats nu per plantgat nog 2 extra wilgentakken bij, die je plooit: eentje naar links, en eentje naar rechts. Maak de wilgentakken telkens op hetzelfde kruispunt vast. 

Ingang

Daar waar je de ingang wil, voeg je ook 2 wilgentakken toe in het plantgat. In plaats van eentje naar links, en eentje naar rechts te plooien, buig je ze allebei naar dezelfde kant (zie tekening).

Nazorg

Na het eerste jaar kun je jonge, nieuwe uitgroei terug inbinden met touwtjes. Op termijn zullen de wilgen sterk genoeg zijn en verweren de touwtjes. Het is aan te raden touwtjes te vervangen, indien nodig.

Een wilgentunnel bouw je zo

Plantgaten boren

Denk na over de breedte van de wilgentunnel. Aan de linker- en rechterzijde kan je nu plantgaten boren van 60 cm diep.

Takken plaatsen

Plaats in elk plantgat een wilgentak. Plooi de tak naar het plantgat er recht tegenover en bind de tak daar vast aan de tak die oorspronkelijk in dit plantgat stond. Plooi nadien ook deze tak naar het overliggende plantgat en bindt nu op voldoende plaatsen de takken aan elkaar met touw. Herhaal tot alle bogen klaar zijn. 

Weven en verbinden

Plaats in elk plantgat nu 2 extra wilgentakken en plooi deze: eentje naar links, en eentje naar rechts. Maak de wilgentakken telkens goed vast op alle knooppunten. 

© West-Vlaamse Hart
© West-Vlaamse Hart
© West-Vlaamse Hart
© West-Vlaamse Hart
© West-Vlaamse Hart
© West-Vlaamse Hart