Plant een hoogstamboom

Hoogstambomen zijn zeldzaam geworden in het dorps- en stadsgezicht van het West-Vlaamse Hart. Ze zijn nochtans meer dan ooit cruciaal voor de levenskwaliteit van ons platteland en onze woonkernen. Daar zijn alle experts het over eens.



Delen

Ken je de voordelen van een hoogstamboom?

Verstedelijking, klimaatverandering, een gebrek aan kennis over de juiste boom op de juiste plaats, onderwaardering van volgroeide bomen… hebben menig boom geveld of belet om hun volgroeid eindbeeld te halen. De voordelen van hoogstambomen zijn legio:

  • Schaduw en koelte: Bij een hittegolf kan het tot 8 graden koeler zijn onder een volgroeide hoogstamboom in vergelijking met andere schaduwplekken in de tuin.
  • Buffering bij vorst en wind: Rond een boom vriest het nooit zo hard als in open lucht. Dat komt omdat een kruin (zelfs zonder bladeren) de omgevingslucht ‘vasthoudt’. Hierdoor is er ook minder tocht of wind in de omgeving van bomen.
  • Waterhuishouding: Bomen houden liters water vast in hun omgeving. Dat is nodig voor hun groei en voor de koeling van de omgeving. Het is ook ‘gezond’ voor de bodem waardoor veel andere organismen kunnen leven. Bomen beperken erosie en met hun diepe wortels verbeteren ze de waterafvoer in de omgeving.
  • Een biotoop op zich: Afgevallen bladeren en takken zorgen voor een humusrijke bodem, ideaal voor paddenstoelen. Vruchten van de boom (vb. beukennootjes, eikels…) vormen een ideale wintervoorraad voor dieren. Vleermuizen vinden voedsel en beschutting waar er bomen zijn. Larven van insecten leven van blaadjes en houtige delen. Insecten leggen hun eitjes in/op bomen.
  • Luchtkwaliteit en klimaat: Bomen filteren schadelijke stoffen uit de lucht (vb. uitlaatgassen van auto’s), vangen fijn stof af en produceren zuurstof.
  • Goed voor de gezondheid: Mensen in een groene omgeving ervaren minder stress, een verhoogde concentratie, meer creativiteit en een betere gezondheid.
  • Mooie foto’s: Geef toe, zonder hoogstambomen zien ons platteland, onze centra en onze tuinen er een pak troostelozer uit.

Boom kiezen

Een doordachte en duurzame keuze voor een boom is o.a. ingegeven door:

  • Schoonheid. Welk eindbeeld heb jij voor ogen? Grootte, breedte, vorm…?
  • Standplaats. Groeiruimte boven boven en onder de grond, t.o.v. gebouwen, installaties, andere planten…?
  • Bodem. Zand(leem) of klei? Nat of droog? Zuur of kalkrijk?
  • Licht. Zon of schaduw?
  • Autochtoon. Deze bomen en struiken vertoeven al zeer lang in onze regio en zijn dus goed aangepast aan de bodem en de leefomstandigheden, waardoor ze grotere overlevingskansen hebben dan ingevoerde soorten. De groei- en bloeicyclus is afgestemd op de noden van onze lokale fauna en flora.

Om je keuze scherp te stellen, bevelen we onderstaande websites aan: 

Onze streek stond ooit bekend om haar vele, typische fruitrassen. Helaas zijn veel oude appelaars en perenbomen verdwenen. In de gids 'Hoogstamfruitbomen in West-Vlaanderen’ je meer over deze typische soorten. 

Planttijd

Planten doe je best niet vroeger dan half november. In principe kan je planten tot midden maart, wanneer de sapstroom terug op gang komt. Plant bij voorkeur bij vochtig of regenachtig weer en vermijd het planten bij schrale wind. Zo voorkom je het uitdrogen van fijne wortels. Plant best ook niet wanneer de plantputten vol water staan of bij vriestemperaturen. 

Bewaartips

Kan je niet direct planten, bewaar de planten dan door in te kuilen. Graaf een ondiepe kuil of plantsleuf en leg de wortels er in onder een hoek van 45 graden. Bedek alle blote wortels met de uitgegraven grond. Je kan de wortels ook tijdelijk bedekken met een vochtig deken of natte jutezak.

Plantafstand

Zet je bomen niet dichter dan 2 meter van de perceelsrand, tenzij de wetgeving in je gemeente nog strenger is. De plantafstand kan variëren volgens de boomsoort die je plant. Met een plantafstand van 8 à 10 meter zit je in elk geval goed. Plant je meerdere rijen bomen? Zet ze dan best geschrankt.

Hoe diep planten?

Maak het plantgat minimaal zo diep en breed als de wortels van de boom. Bij een slechte afwatering maak je het plantgat best tweemaal zo diep en breed als de kluit. Dit geldt eveneens voor zware grond die uit klei bestaat. 
Spreid de hoofdwortels van de planten op de bodem van het gat. Vul het plantgat voor ongeveer de helft. Schud de boom even op, zodat de aarde goed tussen de wortels valt. Vul de rest van het gat geleidelijk aan op met aarde en trek de boom voorzichtig omhoog zodat de wortelhals (=daar waar de stam overgaat in wortelstelsel, dit deel heeft vaak een andere kleur) op gelijke hoogte komt met het maaiveld. Zet een boom nooit te diep! De uitgegraven aarde kan je eventueel met potgrond of volledig verteerde compost mengen om het gat te vullen.

Nog meer planttips

Bescherm de boom tegen vraat als er dieren of wild bij kunnen.
In het voorjaar kan je water geven om de beworteling op gang te brengen. Geef de jonge aanplant ook overvloedig water in droge periodes. 
Plaats bij bomen minimaal één paal aan de kant waar de meeste wind vandaan komt (in Vlaanderen is dat vooral het noordwesten). Zo’n paal zorgt voor een stevige verankering en kan na een paar jaar weer weggehaald worden. Deze paal plaats je best voor je de boom plant.

Folder Tips & tricks om bomen te planten
© visualsbykoco
© Inagro - Reinout Ghijs